© BOEi
Toekomst Religieus Erfgoed - 20 september 2019

Den Bosch heeft sinds 3 jaar een echte universiteit. Een universiteit gebouwd op een inhoudelijk samenwerkingsverband van de universiteiten van Eindhoven en Tilburg. De gemeente Den Bosch en de provincie Noord-Brabant steunen het initiatief. De universiteit is gesitueerd in het voormalig kloostercomplex Mariënburg waar tot in 1999 de rooms-katholieke nonnen onderwijs gaven. De nieuwe universiteit, die zich concentreert op data science, bouwt welbewust voort op het DNA waar de zusters 100 jaar lang aan gebouwd hebben. Toen vorig jaar een deel van de zusters op bezoek kwam, stroomden al snel de tranen. De zusters herkenden wat er gebeurde en vond het pand nog mooier dan het vroeger al was. En dat is begrijpelijk want eigenaar Campus CV heeft fors in het complex geïnvesteerd, met liefde voor het karakter en de detailleringen van het gebouw. Tegelijkertijd zijn er geavanceerde voorzieningen aangebracht die passen bij een onderwijsinstelling anno nu. Zo konden zusters die slecht ter been zijn na jaren weer eens alle gebouwdelen bezoeken, omdat het gehele pand nu ook voor mindervaliden toegankelijk is.

Een duurzaam monument

Bouwkundige Bas Dobbelaer vertelt hoe hij het oude gebouw bij de tijd heeft gebracht. De universiteit als hoofdhuurder legde soms een eisenpakket neer dat eerder paste bij nieuwbouw dan bij het hergebruik van een monument. Uiteindelijk is over en weer water bij de wijn gedaan en zijn er passende oplossingen gevonden. Het plaatsen van achterzetramen bleek zo energiebesparend, dat de oude raamelementen behouden konden worden. Daarnaast is het gebouw bijna helemaal van het gas af.

Succes het probleem

Bestond de eerste groep afstudeerders nog uit 12 leerlingen, inmiddels lopen er zo’n 350 leerlingen rond. Naast dat het werken met (big) data overal volop in de belangstelling staat en jongeren trekt, draagt ook de locatie bij aan het succes. Studeren in het oude klooster brengt een bepaalde sfeer met zich mee.

Onderdeel van het succes is zonder twijfel ook dat er flink geïnvesteerd is in het bouwen van een ecosysteem van leren, wonen en werken. De universiteit verzorgt er onderwijs, de (buitenlandse) studenten wonen er, en er zijn allerlei databedrijven gevestigd die zorgen voor een kruisbestuiving tussen onderzoek en praktijk. De leerlingen hebben vaak al een baan voordat ze zijn afgestudeerd. Startups groeien er als kool. De onderwijsbehoefte neemt met de dag toe. Kortom: het eigen succes lijkt het belangrijkste probleem van JADS. Want het kloostercomplex is weliswaar 16.000 m2, maar ook daar zitten grenzen aan.

Lees het hele verhaal op Toekomst Religieus Erfgoed.