Adres

Olympischstadion 2 1076 DE Amsterdam Nederland

Monumentstatus
Rijksmonument
Transformatiejaar
1999
Oude functie
Sportcomplex
Nieuwe functie
Multifunctioneel gebruik

Toen duidelijk werd dat Amsterdam in 1928 de Olympische spelen mocht organiseren, kreeg Jan Wils de opdracht een nieuw stadion te bouwen voor 40.000 toeschouwers. Dat de Spelen op zondag gewoon door zouden gaan en dat er ook nog eens sportvrouwen aan mee zouden doen, ging de Nederlandse overheid te ver. De regering weigerde een subsidie en niet koningin Wilhelmina maar haar echtgenoot Prins Hendrik moest dan maar de opening verrichten. Een spontane inzamelactie onder de Nederlandse bevolking redde toen de Spelen en het stadion kwam er toch. Binnen een paar weken was de 1 miljoen gulden voor de bouw van het stadion bijeengebracht. 

70 jaar later bijna gesloopt


Bijna zeventig jaar later stond het stadion op de nominatie om gesloopt te worden om 400 extra woningen op het terrein te bouwen. (totaal moesten er 1200 woningen komen in het totale gebied) Vele plannen waren gemaakt en gesneuveld m.n. op het financiële realiteitsgehalte. Opnieuw was een publieke  inzamelingsactie nodig “draag een steentje bij” om de ontbrekende 5 miljoen bijeen te krijgen, en daarmee  nu datzelfde Olympisch Stadion van de sloop te redden. Drijvende kracht achter het behoud van het Olympisch stadion was, de in 2009 overleden Piet Kranenberg, ook wel Piet Graniet genoemd vanwege zijn vastberadenheid zijn doelen te verwezenlijken. Kranenberg vond in Andre van Stigt de juiste man om dit proces in te gaan. Van Stigt had al aardig wat ervaring met gebouwen die van de sloop gered moesten worden.  

Het plan


Het plan Olympisch Stadion + 800 woningen moest tevens voor de gemeente Amsterdam evenveel opbrengen als een plan van 1200 woningen. Bovendien moest Monumentenzorg zich in de uitwerking en aanpassing kunnen vinden, de begroting moest realistisch zijn en een 'risicodragende marktpartij' moest afnemer zijn.

Architectenbureau J. van Stigt is er in geslaagd een plan te maken voor zowel het bouwkundig architectonische, als het financiële deel. Een atletiek stadion met een A-accommodatie, en ongeveer 40 bedrijfsunits in 12.000 m2 die de exploitatie lasten en onderhoudsgarantie opbrengen. In het SFB (Sociaal Fonds Bouwnijverheid) werd de afnemer van de bedrijfsruimten gevonden. Tijdens de bouwtijd is er nog besloten het SFB als (mede)opdrachtgever de bouw van een parkeergarage van 850 plaatsen onder het binnengebied toe te staan.

Het monument  uit 1928, onderdeel van de  'Amsterdamse School' wordt aan de stad teruggegeven; de betonnen ring gesloopt, de poorten weer open gemaakt  met een vrije groene oever, de voordeuren van de bedrijfsunits weer aan de straat, en het stadion als afronding van het plan Zuid van Berlage.

Het functionalistische monument  van J. Wils voldoet  aan de eisen van deze tijd, maar het kan altijd weer beter. Het project stond en staat natuurlijk permanent  in de aandacht, ook op milieu gebied: het gebouw voldoet als geheel aan de nieuwbouweisen; een EPN van 0,93. Het is voorzien van een warmtekracht centrale in het 'oude scorebord' (voor het stadion en de 800 woningen), vloerverwarming in alle eenheden, speciaal glas in de gevel, hoog frequent armaturen, waterbesparende maatregelen en hoogwaardige binnen isolatie. Uiteraard zijn er plaatsen waar de monumenteisen boven het milieu gaan, maar een evenwichtige mix is gecreëerd. Uiteindelijk is een 'stadion' ontstaan dat als publiek domein teruggegeven is aan de stad. Een uniek monument door een unieke combinatie van opdrachtgevers.

FINANCIERING


De uiteindelijke kosten in guldens voor de renovatie van het Stadion bedroegen ƒ 23.300.000 en voor de parkeergarage ƒ 24.000.000. Er was zelfs ƒ 5.000.000 te weinig om het project te realiseren. Dit bedrag is door middel van een slimme publiekscampagne 'draag een steentje bij voor het Olympisch stadion' bij elkaar verzameld.
Uiteindelijk blijkt de renovatie van het Olympisch Stadion een enorme meerwaarde te zijn voor de gehele gebiedsontwikkeling van het Olympisch kwartier. De waarde van de koopwoningen is toegenomen door de aanpak van het Stadion.

 

DE OLYMPIC EXPERIENCE; het museum


Het Olympisch Museum is de logische stap vanuit de ambitie het stadion weer meer publiek sporthart te maken. De start in 1998 is steeds vanuit de financiële beperking geweest. De marathonpoort  bleek de meest logische plaats voor de start en entree van The Olympic Experience. Een bescheiden verbouwing van de ruimtes van de stichting, naar een fundamentele wijziging in uitstraling en mogelijkheden van het dagelijks gebruik van het stadion voor publiek. The Olympic Experience is een groeiplan. Het gaat niet alleen om het exposeren van de geschiedenis, maar ook om actief sporten tegen de (virtuele) sterren in de ambiance van het Olympisch Stadion. In 2014 is het museum, The Olympic Experience, gesloten.

Omgeving

Architect Jan Wils ontwierp naast het Olympisch Stadion ook de Garage Citroën - Zuid (1931) en de Tweede Citroëngarage - Noord (1962). Deze voormalige Citroëngebouwen zijn door eigenaar Bouwinvest gerenoveerd. Hiermee krijgt het gebied, waarin gewerkt wordt aan kantoren, winkels, restaurants en de openbare ruimte, een nieuwe impuls. Het wordt een plek waar je naartoe gaat om te wonen, werken, winkelen, sporten, feesten en ontspannen. Sport, mobiliteit en innovatie vormen daarbij steeds het uitgangspunt. 
Met deze ontwikkelingen zal de aandacht opnieuw gaan naar het Olympisch Stadion, dat gelukkig niet is gesloopt, maar een bruisend middelpunt is geworden van Amsterdam.

Meer informatie

Bouwjaar
1928
Architect (origineel)
Jan Wils
Architect (transformatie)
Andre van Stigt
Eigenaar
Stichting Behoud Olympisch Stadion
Betrokken partijen
Bouwprojekten b.v.
Organisatie
Architectenbureau J. van Stigt
Monumentnummer
451749
Google map of Olympisch Stadion, Amsterdam