Kruisherenhotel, Maastricht
katholiek.nl - 22 maart 2019

Parochies slinken en veel monumentale panden komen leeg te staan. Hoe dient men om te gaan met dit religieuze erfgoed en eventuele herbestemming daarvan?

In veel plaatsen is sprake van leegstand bij religieus erfgoed. Herbestemming kan op diverse wijzen maar vraagt doorgaans om duidelijke ingrepen. De panden zijn immers gebouwd voor een ander doel in een tijd waarin aan bouwwerken sowieso andere eisen werden gesteld. Een zorgvuldige analyse van oorspronkelijk gebruik en vormgeving van het gebouw is van belang. Soms kan met minimale of omkeerbare ingrepen worden volstaan. Daarmee kunnen gebouwen hun iconische waarde houden en ook met een nieuw gebruik weer hun plek in het maatschappelijk leven krijgen. Breda kent een fraai voorbeeld met Hotel Nassau dat na ruim 20 jaar van leegstand en verval in het voormalige Franciscannesenklooster aan de Nieuwstraat werd gerealiseerd. Vught is bekend vanwege de Petruskerk, Maastricht vanwege het Kruisherenhotel en de boekhandel in de Dominicanenkerk en zo zijn in het hele land voorbeelden te vinden. Samen met de gebouwen worden ook de verhalen doorgegeven.

door Mark Buijs:

In Oudenbosch, het West-Brabantse dorp waar ik geboren en getogen ben, staan prachtige gebouwen waaraan veel verhalen verbonden zijn. De cisterciënzer Willem Hellemons (1810-1884) had in Rome gestudeerd en werd in 1834 kapelaan in Oudenbosch. In 1842 werd hij pastoor en dat zou hij tot zijn overlijden blijven. In die periode van 50 jaar stelde hij zich volledig ten dienste van zijn parochie en nam hij het initiatief om voorzieningen op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg te realiseren, evenals een nieuwe parochiekerk. Hij deed dit altijd met de gebouwen en voorzieningen van Rome in het achterhoofd. Zo werd Oudenbosch een gerenommeerde plek als het ging om degelijk katholiek onderwijs en de ‘romeinse’ koepels bepaalden voortaan het dorpssilhouet. Het pensionaat Sint Anna, het Instituut Saint Louis, het Sint Elisabethsgesticht, het Jezuïetenklooster en uiteraard de basiliek van de Heiligen Agatha en Barbara leken gebouwd voor de eeuwigheid, maar bleken niet tegen de tijd bestand. In de laatste decennia van de twintigste eeuw kwamen steeds meer gebouwen leeg te staan en vaak wist men er geen raad mee. Zo verdwenen prachtige gebouwen onder de slopershamer of kregen ze te maken met leegstand en verval.

De gemeente besefte op enig moment dat deze gebouwen voor een belangrijk deel de identiteit van het dorp bepaalden maar tegelijk groot gevaar liepen om verloren te gaan. Zo kwam er een kentering op gang. Nog altijd werd er gesloopt maar er kwam ook herbestemming. Een deel van Sint Anna werd gemeentehuis en een deel van Saint Louis werd een appartementencomplex. Het voormalige Jezuïetenklooster kreeg een horecabestemming. Inmiddels staan we aan de vooravond van weer een grote slag. Samen met de Provincie Noord-Brabant gaan de gemeente Halderberge, Aannemersbedrijf Van Agtmaal en woningcorporatie Woonkwartier aan de slag om de kapel van Saint Louis, het moederhuis van Sint Anna en het voormalig Latijnsch College te herstellen en een nieuwe bestemming te geven als cultureel centrum en woonruimte. De opgave is voor de betrokkenen een stevige kluif die vraagt om creativiteit, doorzettingsvermogen en grote financiële offers. De gebouwen hebben vaak monumentale interieurs die niet perse direct aansluiten bij nieuwe vormen van gebruik. Wie echter iets verder durft te kijken, zal zien dat dit het allemaal waard is. Als lid van de gemeentelijke monumentencommissie zie ik veel plannen voorbij komen en ben ik bekend met de soms lastige belangenafweging. Het erfgoed is de ruggengraat van het dorp en trekt het hele jaar door toeristen die er anders nooit zouden komen. En ook voor de eigen bewoners is het erfgoed van een niet te onderschatten waarde. Want een Oudenbosschenaar komt pas echt thuis als hij de koepels van Saint Louis en de basiliek heeft gezien.